Si plusieurs membres du groupe de travail estiment « qu'il appartient bel et bien à la Cour de cassation d'interpréter la Const
itution, à titre de `préquestion', lorsque la Cour examine le caractère pertinent de la question préjudicielle, et qu'elle ne pose la question que lorsqu'elle estime qu'il n'est pas exclu que la disposition constitutionnelle soit violée, étant donné qu'elle offre une protection plus large que la convention », il apparaît néanmoins que « la majorité des membres du groupe de travail estiment cependant que
cette `préquestion' constitue préciséme ...[+++]nt l'essence de la question préjudicielle et que, lorsqu'une question relative à la compatibilité d'une loi avec la Constitution se pose, il n'appartient pas à la Cour de cassation d'interpréter la Constitution et d'estimer par la suite que la question n'est pas pertinente.Als verschillende leden van de werkgroep menen dat `het wel degelijk aan het Hof van Cassatie toebehoort om de Grondw
et te interpreteren bij wijze van " voorvraag" wanneer het Hof de opportuniteit van een prejudiciële vraag onderzoekt en dat het enkel die vraag stelt wanneer het van oordeel is dat het niet uitgesloten is dat een grondwettelijke bepaling wordt geschonden, wetende dat die een ruimere bescherming biedt dan het verdrag', blijkt toch dat `de meerderheid van de leden van de werkgroep nochtans van oordeel zijn dat die " voorvraag" juist de kern van de prejudiciële vraag uitmaakt en dat, wanneer een vraag rijst over de grondwe
...[+++]ttigheid van een wet, het niet aan het Hof van Cassatie toekomt de Grondwet te interpreteren en vervolgens te besluiten dat de vraag niet relevant is.